Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wanneer de HEERE, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid, welker land de HEERE, uw God, u geven zal, en gij [1]die erfelijk zult bezitten, en in hun steden en in hun huizen wonen; 1. Te weten, die volken, dit is, derzelver land. Zie boven, hfdst.9 vs.1, enz.